ennl +56 9 3180 0581 contact@glosoli-travels.com

Login

Sign Up

After creating an account, you'll be able to track your payment status, track the confirmation and you can also rate the tour after you finished the tour.
Username*
Password*
Confirm Password*
First Name*
Last Name*
Birth Date*
E-mail*
Phone*
Country*
* Creating an account means you're okay with our Terms of Service and Privacy Statement.
Please agree to all the terms and conditions before proceeding to the next step

Already a member?

Login

Login

Sign Up

After creating an account, you'll be able to track your payment status, track the confirmation and you can also rate the tour after you finished the tour.
Username*
Password*
Confirm Password*
First Name*
Last Name*
Birth Date*
E-mail*
Phone*
Country*
* Creating an account means you're okay with our Terms of Service and Privacy Statement.
Please agree to all the terms and conditions before proceeding to the next step

Already a member?

Login
+56 9 3180 0581 contact@glosoli-travels.com
ennl

Login

Sign Up

After creating an account, you'll be able to track your payment status, track the confirmation and you can also rate the tour after you finished the tour.
Username*
Password*
Confirm Password*
First Name*
Last Name*
Birth Date*
E-mail*
Phone*
Country*
* Creating an account means you're okay with our Terms of Service and Privacy Statement.
Please agree to all the terms and conditions before proceeding to the next step

Already a member?

Login

De ‘7 meren’ in het najaar

Op de tweede dag van de Chileense herfst begin ik aan mijn tocht langs de ‘7 lagos’. Wilson, de Glosoli camper, moet richting Santiago gereden worden. Ik rijd vanaf Puerto Varas – in de kop van Patagonie – noordwaarts. Onderweg wil ik alle zeven meren passeren. Een mooi avontuur in de Chileense nazomer.

Ik begin in Puerto Varas, een leuke plaats aan het op twee na grootste meer van Zuid Amerika: Lago Llanquille. Het plaatsje is heel anders dan Puerto Montt, dat het best omschreven kan worden als ‘een grijzige industriestad met als enige reden om er te komen een vliegveld’. Puerto Varas is gezellig, heeft alle voorzieningen en heeft ook nog eens museum Pablo Fierro, een rariteitenkabinet dat in een mensenleven is opgebouwd en uitgebouwd. Zeker bezoeken.

Wat je over kunt slaan is Ensenada. Het is de eerste plaats die ik passeer als ik het enorme meer langs de zuidkant rondrij. De stroom is weereens uitgevallen en alles is gesloten. Ensenothing. Snel verder. 

Net buiten de gemeente grenzen rij ik het national park Vicente Pérez Rosales binnen. Rechts doemt vulkaan Osorno op uit de mist, met daarachter lago Todos los Santos. Ik rij noordwaarts. Als je van autorijden houdt, kun je hier je hart ophalen. Wat een prachtige bochtige wegen langs prachtige vergezichten. Ik stop bij lago Rupanco om te vissen in een rivier die uit het meer ontstaat. De golven zijn woest en ik vang helaas niets in het kolkende water. Ik rij door naar lago Puyehue en sla bij het plaatsje Entre Lagos (’tussen meren’) rechtsaf richting de grens met Argentinie. Vlak voor de grens sla ik af naar nationaal park Puyehue. Tegen een kleine vergoeding kan ik kiezen uit drie senderos (wandelroutes), die ik alledrie beloop. Ik zwerf de middag in oeroude bossen, geniet van de rivier op een enorme kei die lijkt gemaakt van gepolijst metaal en bewonder de watervallen. Ondanks het feit dat het een lange hete zomer is geweest, stroomt er nog een hoop water door de rivieren dat op meerdere plekken met donderend geraas omlaag valt. De eerste sneeuw is twee weken geleden gevallen en daarna weer gesmolten, dus water genoeg. Het is een prachtige zonnige najaarsdag. Hoewel het ’s nachts flink afkoelt, is het overdag nog steeds zonnebrandcreme smeren geblazen. 

De canopy tour – een klimroute door boomtoppen – gaat helaas niet door vanwege de harde wind. Of is het omdat ik de enige gegadigde ben? Hoe dan ook, ik verlaat het mooie park en ga op weg naar Lago Ranco. En dat is een aardige rit.

Maar onderweg passeer ik reclameborden voor de Thermen van Puyehue, waar een enorm complex is opgetuigd rond de twee natuurlijke warmwaterbronnen. Ik neem de afslag, koop een kaartje, trek mijn zwembroek aan en nestel me tussen de badgasten. Anders dan in de Japanse onzen, waar naakt en stilte de norm is, is het bad voor de Chilenen vooral een ontmoetingsplek. Een warm zwembad. Ik dompel me onder in het warme water én in de gezellige gesprekken tussen clubjes vrienden en families in vier generaties. Na een weldadige koude douche trek ik mijn droge kloffie aan en ga op weg naar een camping. Onderweg kom ik in een file terecht. 50 koeien en een boer sjokken langzaam over het midden van de weg. Het geeft mij de kans om wat muziek op te zetten. Ik rijd zingend verder en vind een camping aan het meer, waar de wind het water opstuwt tot surfbare golven. Ik kook mijn potje, doe wat digitale dingen en geniet. 

Vroeg uit de veren. Ik ga op weg naar lago Ranco. Na een kop sterke koffie start ik de camper. Ik rij over binnenwegen richting het volgende meer. Er hangt een prachtige mist over de bossen. Af en toe passeer ik een weiland met kuddes roodbonte en zwartbonte melkkoeien, altijd met een boerderij die van armoede aan elkaar hangt. Het leven in de binnenlanden van Chile is hard. Er staat bij elk golfplaten huis wel een autokadaver dat slechts gebruikt wordt voor de onderdelen. En elk huis verhuurt een of meer cabañas, steevast aangekondigd met een handbeschilderde plank. Er zijn inmiddels meer cabañas in Chili dan er ooit toeristen zullen zijn. Langs de weg stuift een zwerm bandurias op, ik kan hun gekrijs met gesloten ramen horen. 


Na een kilometer of twintig rijd ik in een politiefuik. ‘Ik kom uit Nederland en kan maar een beetje Spaans,’ zeg ik de agent in extra gebrekkig Spaans. Het werkt. Hij besluit dat dit te moeilijk wordt en ik mag doorrijden. Ik passeer meerdere gehuchten, allen met een houten kerk, meerdere ‘mini markets’ en een snackbar waarvoor in de vroege ochtend al een rij staat. Dan doemt plots het meer op, badend in het zonlicht, de beboste eilanden als krenten in de pap. Ik rij door naar Communa de Lago Ranco om te tanken en wat inkopen te doen op een lokale markt. Nadat ik koffie heb gezet gaat de reis verder noordwaarts. Het is inmiddels lekker warm buiten. 

De route langs het meer is prachtig. Afwisselend rijd ik langs de kust door de bossen of door de velden. De kronkelende weg is met zijn felgele belijning en lichtgroene omheining net een potje Mario Bros. Het is een genot voor deze bestuurder. Ik besluit een klein stukje snelweg (de befaamde routa 5) te pakken en er bij Los Lagos weer af te gaan. Dan kan ik de geweldige Rio San Pedro bewonderen, een prachtig turquoise rivier die het mooist stroomt bij Mirador Malihue. Ik neem een paar plonsen in het kraakheldere water – de stroming is fors en ik moet goed opletten tot hoever ik mezelf laat meedrijven. Ik spreek een groep (ex)collega’s uit Santiago die tegelijk hun baan zijn kwijtgeraakt en nu samen reizen. Ze werkten in de IT maar hebben ‘slechts’ 5-10 jaar ervaring wat te weinig is voor een land waarin iedereen overgekwalificeerd lijkt voor het werk dat hij of zij doet. 

En dan rij ik verder richting het volgende meer: Riñihue. Een kleintje, maar prachtig ingebed tussen de bergen. Het landschap verandert ondertussen voortdurend. Ik zie de eerste viskwekerijen, maar ook enorme maisvelden, autokerkhoven en uitgestrekte bossen. Ik neem de afslag naar de Routa T 415 richting het meer. De weg is slecht en het meer blijkt maar vanuit een punt te zien. Het krijgt zijn water vooral vanuit het naastgelegen grotere meer dat mijn volgende bestemming is. Ik rij door naar dit meer en de plaats met dezelfde naam: Panguipulli! Het is een vrij grote stad. In de verte ligt (staat?) vulkaan Pucon, een slapende reus die de bewoners van de nabijgelegen stad Pucon wel wat kopzorgen bezorgt. Ik hang wat rond bij het haventje en koop verse Ceviche van de zalm.

Op dit deel van de Circuito siete lagos zijn ongelofelijk veel campings. Na dertig stop ik met tellen. Het wordt bergachtiger, ruiger. Mooi! Ik ben aangekomen bij het een na laatste meer: Lago Calafquên. Ik stop in het plaatsje Lican Ray. Het is zonnig en warm en ik zet mijn Lican Ray Ban op 🙂 . Het blijkt een leuk plaatsje. Er zijn toeristen (die allemaal op de foto willen met de uitvergote plaatsnaam aan het strand), zonnebadende badgasten, overal klinkt vrolijke muziek, de terrassen zijn vol en ik vind een koffiezaakje met echte koffie. 

Daarna door naar het laatste van de zeven meren. Bij het verlaten van het dorp zie ik een prachtig oud volkswagen type2 camper staan. Even een praatje maken. Het is een gezin uit Argentinie dat met z’n drieen al 2,5 jaar in deze kleine camper rondreist. Respect. Zeker omdat ze ook nog twee honden bij zich hebben! Je komt ze vaak tegen, mensen die ‘uit het systeem zijn gestapt’ en de kost verdienen met wat online werk of het maken van sieraden en souvenirs voor lokale markten.

Ik kom door Villarica. Het heeft op zich een aardige oude stad, maar verder is het vooral industrie. De middelbare scholen zijn net uit en overal lopen jongeren naast en op de weg. Levensgevaarlijk. In Chile komen veel studenten en wegwerkers om. Overal staan kleine betonnen tempeltjes die een geliefde herdenken. Er zijn zelfs winkels die zich specialiseren in dit soort monumenten. Voor mij is elk tempeltje vooral een herinering om goed op te letten in het verkeer.

Ik rij snel door want ik wil voor het donker in Pucon zijn. De route langs het meer is toeristisch. En sjiek. Het is het rijkere deel van Chili, een soort Chileense Riviéra, en een geliefde plek voor een tweede huis. Ik rij door naar het centrum, zoek een koffietentje en ga van daaruit op zoek naar een camping aan het meer. Vanavond eten in het stadje en dan morgen naar vulkaan Villarico en daarna noordwaarts naar z’n zusje Llaima. 

De eerste camping blijkt gesloten maar ik vind een tweede, een bosrijke plek aan het meer. Tijd voor een biertje. Mijn 7 meren tocht zit erop. Ik geniet in de avondzon. Wat een heerlijk weer. Eerlijk gezegd is dit mijn favoriete temperatuur, zo rond de 25 graden en met een strak blauwe lucht.

Met de opwarming van de aarde zijn veel populaire reisbestemmingen in Europa en de VS te warm geworden in de zomer. Of te nat. En in de wintersportgebieden is er door de disbalans in het klimaat te weinig of juist veel te veel sneeuw. Dan is een reis door Chile in het voorjaar of najaar een mooi alternatief. En het is dan ook nog eens pluktijd voor veel fruit en vruchten, zoals pruimen en druiven, die je voor een appel en een ei koopt. Ik kijk zelf terug op een prachtige trip langs 7 bijzondere meren en al het fraaie ertussen. En dat dus allemaal met een heerlijk zonnetje. Reizen in Chili in het najaar is zo gek nog niet.

Geniet van je Chili reis!

Gerjon

Ps: Hieronder zie je nog wat foto’s van mijn najaarstrip.

Chile Travel Blog

Op dit deel van onze website delen we graag reisverhalen, geven we reisadvies en schrijven we over interessante plekken en plekken in Chili. Als je een onderwerp hebt voor een blogpost – of een leuk verhaal over je reis naar Chili om te delen – laat het ons weten via e-mail.

Vergeet ons niet te volgen op Instagram!

Proceed Booking